top of page

Wanneer zorg te weinig wordt: de moeilijke keuze voor een beter leven voor Iris 🦮


🦮 Wanneer zorg te weinig wordt


Over keuzes, pijn en het teruggeven van levenskwaliteit

Soms kom je als baasje op een punt waarop liefde niet meer genoeg is.

Waar je alles hebt geprobeerd — therapie, pijnstilling, braces, rust — maar niets de pijn echt wegneemt.

Waar zorg niet langer betekent vasthouden, maar juist durven loslaten van wat niet meer werkt.


Iris is een jonge, krachtige assistentiehond.

Slim, gevoelig, lomp, eigenwijs — alles wat een werkhond hoort te zijn.

Maar achter die energie zat al ruim een jaar een sluimerend probleem: pijn aan haar voorpoten.


Het begon links, na een ongelukje waarbij een nagel afscheurde.

Röntgenfoto’s toonden later hoe diep de schade eigenlijk was: een verbreizelde klauw, met kleine botsplinters die begonnen te verbenen.

Het lichaam probeerde zichzelf vast te zetten — letterlijk — maar dat maakte het gewricht stijf, pijnlijk en instabiel.

In de loop van de maanden ontwikkelde ze aan die kant ook een standsafwijking, waardoor de teen helemaal naar buiten draaide.

Dat maakte haar linkerpoot extra kwetsbaar: één verkeerde beweging, een tak, een braamstruik — en ze bleef weer ergens achter haken.


We probeerden alles wat medisch mogelijk was: fysiotherapie, pijnstilling, rust, braces.

Maar de braces veroorzaakten hotspots door haar allergie, en gaven daardoor juist nieuwe pijn in plaats van verlichting.

En niets hield stand — hoe zorgvuldig we het ook probeerden.



Een jonge hond vol drive

En dan heb je ook nog te maken met een jonge hond — vol in de puberteit,

die wil rennen, stoeien, springen, helpen, werken.

Geen slome dodo, maar een echte werkhond: lomp, enthousiast en altijd klaar om iets te doen.


Ze doet ADL-werk, gebruikt haar poten om te duwen, trekken, helpen met aankleden, deuren openen.

En in haar vrije tijd speelt ze graag ruw, zoals jonge honden dat doen.

Dat maakt haar vrolijk en sterk, maar ook kwetsbaar.


Door de vele belasting en kleine ongelukjes in de loop der tijd

staan inmiddels meerdere nagels op haar voorpoten niet meer zoals ze zouden moeten staan.

Ze zijn gevoeliger, kwetsbaarder en raken sneller beschadigd —

een extra risicofactor bovenop de al bestaande problemen aan haar klauwen.

Alles bij elkaar maakte dat haar voorpoten continu onder druk stonden, zonder echte kans op herstel.


Iris leeft intens.

Ze is redelijk ontstuimig en heeft een gigantische werkdrive.

Ze heeft een fantastisch karakter — maar ze gaat overal voor duizend procent in.

Dat is haar kracht, maar ook haar valkuil.

En eerlijk? Ik herken mezelf daar wel in.

We lijken meer op elkaar dan goed voor ons is — allebei vol passie, weinig rem, en altijd door tot het klaar is.

Misschien maakt dat ons juist zo’n sterk team.


Een hond die wilde werken, maar ook wilde spelen, rauwdouwen en vooral niet stil wilde zitten.

Een echte levensgenieter in werklijf — vol energie, enthousiasme en het onuitputtelijke geloof dat alles wél lukt, als je het maar probeert.



De onrust van pijn

En dan waren er de avonden waarop ze van de pijn niet kon slapen.

Dan bleef ze maar knagen aan haar pootjes, rusteloos en gefrustreerd.

Iris laat pijn niet zien door stil te liggen of te kreunen —

ze wordt juist druk, hyper, zoekend.

Alsof ze voortdurend prikkels nodig heeft om de pijn te overstemmen.


Ze ging dan op zoek naar iets, maakte rondjes, tikte met haar poten, zocht contact,

of probeerde te werken — alles beter dan stilzitten.

En dan raakte ze overprikkeld, oververmoeid en uiteindelijk chagrijnig.

Niet omdat ze “stout” was, maar omdat ze gewoon niet wist waar ze het zoeken moest.


In een eerdere blog schreef ik al over hoe complex pijn kan zijn bij high-drive honden — zeker bij werk- en assistentiehonden.

Ze schakelen niet uit, maar juist op.

Hun wil om te werken overstemt hun grenzen, waardoor pijn zich vaak uit als druk gedrag in plaats van stil verdriet.


Dan zat er soms niets anders op dan haar toch weer pijnstilling te geven,

in de hoop dat ze even kon ontspannen en slapen.

Zo ontstond een vicieuze cirkel van pijn, onrust en overprikkeling

waar we samen maar moeilijk uitkwamen.



Wanneer het noodlot twee keer toeslaat

Een paar maanden later sloeg het noodlot opnieuw toe — dit keer aan haar rechterpoot.

Ze kreeg een ongeluk waarbij alle banden beschadigd raakten.

Er zijn toen geen röntgenfoto’s gemaakt, dus wat het bot precies heeft gedaan weten we niet,

maar de schade aan de weke delen was fors: de stabiliteit van het gewricht was weg en het gebied raakte ernstig overbelast.

Herstel zou maanden duren, en alleen volledige rust kon dat proces op gang brengen.

Maar rust en Iris zijn geen makkelijke combinatie.


Een brace was geen optie: door haar allergie ontwikkelde ze binnen een dag al hotspots onder het materiaal.

En zonder brace is echte immobilisatie bij een jonge, werkende hond onmogelijk.

Ondertussen bleef de linkerklauw ook problemen geven — het bot daar was weliswaar aan het verbenen, maar nog niet stabiel, en de pijn bleef terugkomen.

Zo stonden we opnieuw voor een onmogelijke situatie: twee voorpoten die niet konden herstellen,

een hond die wílde werken, en een lijf dat dat niet meer kon bijbenen.


Zelfs in haar vrije tijd, juist tijdens de momenten die haar het meest gelukkig maakten — spelen met haar grote vriend Bhodi, rennen door het bos, gewoon hond zijn — kwam de pijn steeds terug.

Na het spelen stond ze vaak weer kreupel, likte haar poten stuk.

Zelfs iets eenvoudigs als een bot vasthouden deed pijn.

Dan kwam ze bij me, legde het bot in mijn handen, en rustte haar poten erbovenop — alsof ik het voor haar moest vasthouden, zodat ze toch even kon doen alsof alles nog normaal was.

En dat brak mijn hart, want het liet zien hoeveel ze wilde, maar hoeveel haar lijf niet meer toeliet.



De beslissing

Mijn vaste dierenarts zag het probleem ook.

Hij wist hoe serieus het was, maar liep vast in de Nederlandse regelgeving.

De wet zegt dat een ingreep alleen mag bij “medische noodzaak” —

maar nergens staat duidelijk wánneer iets “erg genoeg” is om dat te mogen noemen.


Hij stond volledig achter de medische noodzaak,

maar gaf eerlijk aan dat hij het juridisch niet eenvoudig kon verantwoorden.

Links kon hij onderbouwen; dat was helder.

Maar rechts — dat nog nét niet ver genoeg was verslechterd — kon hij volgens de letter van de wet niet hard maken.

En wanneer is iets dan zwaar genoeg?

Dat is de vraag waar de wet geen antwoord op geeft.

Juist die onduidelijkheid zorgde ervoor dat hij bang was voor juridische repercussies als hij zou handelen,

ook al wist hij dat dit voor Iris de enige juiste weg was.


Uiteindelijk is Iris met spoed geopereerd,

nadat een andere dierenarts de situatie als chirurgisch spoedgeval heeft beoordeeld.

Dat was het moment waarop zorg niet langer afwachten betekende,

maar ingrijpen om verder lijden te voorkomen.

De ingreep is zorgvuldig uitgevoerd door een bevoegd arts, met maar één doel: haar levenskwaliteit teruggeven.


Daarnaast wisten mijn dierenarts en ik precies wat voor karakter Iris heeft,

wat voor werk ze doet en wat het zou betekenen als ze zou moeten stoppen.

Voor haar zou een “afkeuring” niets oplossen — behalve dat ze niet meer mag doen wat ze het allerliefst doet.

Haar energie, haar drive en haar behoefte om te werken blijven hetzelfde,

alleen zou ze dan geen uitlaatklep meer hebben.

En dat zou haar ongelukkiger maken, niet beter.


Iris is geen hond die je op de bank neerzet en dan tevreden is.

Welke sport of activiteit je haar ook zou laten doen —

ze zou in elke vorm van beweging tegen hetzelfde probleem aanlopen.

Haar lijf zou haar blijven beperken,

terwijl haar hoofd en hart alleen maar vooruit willen.


Stoppen met werken was dus geen echte oplossing,

alleen het wegnemen van wat haar zóveel voldoening geeft.

En eerlijk?

Ik kan ook niks met een hond die voortdurend ziek is,

altijd pijnstilling moet slikken

en die ik niet eerlijk en voluit kan laten werken zoals ze bedoeld is.

Daarnaast vind ik het ook niet eerlijk om een hond met pijn aan het werk te zetten.


Dat maakt niet dat ik hier geen strijd mee heb gehad.

Integendeel — dit was geen leuke beslissing.

Maar ik weet ook dat als Iris een huishond zou zijn, ze net zo goed pijn zou hebben.

Met ruw spelen, door de struiken rennen, of gewoon met een bot knagen — ze zou telkens opnieuw last krijgen.

Ook hondensport of ander werk zou niets veranderen; haar karakter blijft hetzelfde, haar drive ook.

Alleen zou ze dan niet meer hier wonen, en dan had ik geen hond meer.

Dan kon ik opnieuw beginnen — opnieuw een hond opleiden, opnieuw investeren, opnieuw bouwen aan iets wat er al was.


Iris is nog niet klaar met haar opleiding, maar ze is wél al heel ver.

Ze betekent ongelooflijk veel voor mij en doet al zoveel werk.

Ik wilde haar niet kwijtraken, maar ik wilde ook niet dat ze zou blijven werken met pijn.


Daarnaast heb ik zelf ook heel hard een assistentiehond nodig.

Niet omdat het handig is, maar omdat ik zonder haar niet veilig en zelfstandig kan functioneren.

En dat maakt de afweging extra zwaar: je wilt je maatje niet verliezen,

maar je wilt ook niet dat zij lijdt door te doen wat voor mij onmisbaar is.


En ik moet ook eerlijk zijn: als Iris uiteindelijk niet zou kunnen werken,

dan zou er op termijn een andere hond moeten komen.

Hoe moeilijk, oneerlijk en pijnlijk dat ook voelt.

Want een assistentiehond is geen hobby — het is een levenslijn.

En dan moet je soms kiezen tussen wat je hart wil vasthouden,

en wat voor ons allebei het eerlijkst is.


Feitelijk is ze nu weer volledig gezond — op haar allergie na —

en met een allergie kan ze prima werken.

Dat is het probleem niet.

Nu kan ze straks weer doen wat ze het liefst doet: werken, helpen en voluit leven — maar dan zonder pijn.



Herstel met betekenis

We zijn er nog niet — herstel kost tijd.

Maar er is rust gekomen.

Geen nachtelijke pijn meer, geen eindeloze pijnmedicatie.

Ze slikt nog wel medicatie voor haar allergie, maar dat is goed te managen.

Ze mag weer leren bewegen zonder pijn, werken zonder overbelasting, en vooral: weer gewoon hond zijn.

En ik mag haar opnieuw leren kennen in dit nieuwe lijf, dat sterker blijkt dan we dachten.


Deze ervaring heeft me opnieuw laten zien wat echte zorg betekent.

Dat het niet altijd zit in meer doen, maar soms in loslaten van wat niet meer helpt.

Dat medische noodzaak niet alleen in getallen of regels past, maar in het vermogen om te zien wanneer een dier lijdt.


Ik heb niet gekozen voor minder,

ik heb gekozen voor beter.

Voor een toekomst waarin ze weer kan rennen, spelen, werken — zonder pijn.

Dit was geen makkelijke weg,

maar het was wél de juiste.

En als ik haar nu zie liggen, ontspannen en tevreden,

weet ik dat we samen precies hebben gedaan wat nodig was.


———————

💛 Volgende week deel 2:

Herstel met betekenis – over geduld, balans en de eerste stappen terug in werk.

Opmerkingen

Beoordeeld met 0 uit 5 sterren.
Nog geen beoordelingen

Voeg een beoordeling toe
bottom of page